Ik zit in de voortuin en geniet van het zonnetje dat vandaag weer schijnt en…
Gewoon ergens een babbeltje maken…
“Wie zit er nog op mij te wachten?” Dat is wat de 55-jarige Thérèse dacht toen zij door haar werkgever aangemeld werd voor een spoor 2 traject. Door fysieke klachten kon ze haar eigen werk niet meer doen en moest ze op zoek naar ander werk.
Hoewel ze opgelucht was dat er eindelijk wat zou gaan veranderen, vond ze het ook spannend. “Waar begin ik aan?” dacht ze, en “wat voor financiële gevolgen gaat dit voor mij hebben”. Ook het idee van een coach gaf haar in eerste instantie de rillingen: “wat kan die dan voor mij doen?” vroeg ze zich af.
Toen Thérèse werd gebeld voor een afspraak en werd gevraagd of ze die thuis of op het bedrijf wilde maken, was de keuze dus snel gemaakt; op het bedrijf. De re-integratiecoach Menno legde het allemaal goed uit, maar herhaalde regelmatig dat het om Thérèse gaat tijdens het gesprek. “Ik werd daar helemaal kriegel van en zei; als je dat nu nog 1x zegt…”. Deze coach werd ingehuurd door haar werkgever, dus hoe kon hij dan het beste met haar voorhebben?
Na het eerste gesprek is Thérèse nog steeds sceptisch over het slagen van de re-integratie, maar ze vertrouwt Menno wel genoeg om in het vervolg bij haar thuis af te spreken. Menno vroeg mij; “wat wil je doen”. Dit vond ik heel moeilijk. Na jaren bij dezelfde werkgever te hebben gewerkt heb je daar niet zomaar een antwoord op. Menno raadde haar aan het jaar te benutten om hierover na te denken. Om dingen te gaan proberen, gewoon ergens stage gaan lopen. Terugblikkend geeft ze aan dat dit voor haar een sleutel was: “het mogen proberen, dat gaf lucht, een gevoel van ruimte. Ik dacht; als het dan toch mag, dan ga ik gewoon iets doen, en het hoeft niet meteen te lukken”.
Als ik haar vraag hoe ze die stage plek heeft gevonden zegt ze lachend; “door tegen iedereen in mijn omgeving te roepen ‘mag ik bij jou stagelopen?’ en te vertellen over het traject waar ik in zat”. Op een begraafplaats waar ze regelmatig kwam omdat ze daar bijen houdt, hield ze een praatje met de beheerder. Ook hier vroeg ze of ze stage zou kunnen lopen. In eerste instantie was het antwoord nee. Maar 2 weken later komt de beheerder terug op haar vraag. Ze zochten iemand in de buitendienst ter ondersteuning van het beheer. Als ze wilde mocht ze dat proberen.
En zo begint Thérèse in haar 2e ziektejaar aan een stage op een begraafplaats van een parochie, wat uiteindelijk zo succesvol verloopt dat ze hier een baan aangeboden krijgt. “Van tevoren had ik nooit kunnen denken dat ik binnen het traject een baan zou vinden”. En wat betreft haar leeftijd is het meegevallen; “in mijn vorige functie was ik één van de oudste van mijn collega’s. Maar hier op de begraafplaats werk ik met collega’s van 60 tot 90 jaar. Ik ben nu de jonge blom van de parochie”.
Hoewel elke baan zijn leuke en minder leuke kanten heeft, vindt ze dit werk veel beter passen dan wat ze eerst deed. “Alles valt op zijn plek”, vertelt ze. Ze kan zowel haar hoveniersopleiding als haar schildersopleiding inzetten in de veelzijdige functie én er valt nog van alles te leren. En daarnaast geeft het ook voldoening; “Als ik mensen kan helpen om een goede plek te vinden voor een dierbare die begraven wordt, geeft dat een goed gevoel”.
Als ik haar vraag hoe ze terugkijkt op haar re-integratie dan kijkt ze hier positief op terug; “Ik was heel sceptisch, maar zonder dit traject had ik deze baan niet gevonden. Mijn valkuil was dat ik eerst in het negatieve dacht. Maar nadat ik de ruimte kreeg en nam om na te denken wat ik zou willen kwam ik letterlijk op een ander spoor”. En tot slot voegt ze er nog aan toe: “ga gewoon ergens een babbeltje maken. Netwerken dat klinkt zo ingewikkeld, maar ik vroeg gewoon in mijn omgeving ‘mag ik bij jou stagelopen?’”.
Wil je meer weten van het spoor 2 traject? Kijk dan hier: Re-integratie spoor 2